dinsdag 31 december 2013

paprika groeit beter in aanwezigheid van basilicum



Dit jaar had ik voor het eerst paprika gezaaid, beter gezegd ik heb de zaden laten voorkiemen en daarna gezaaid. Ergens begin februari heb ik de zaadjes tussen natte koffiefilterzakjes gelegd. Deze zakjes heb vervolgens in plasticzakjes met sluitstrip, z.g. gripzakjes, gedaan en deze boven de verwarming laten kiemen. Het betrof de liebesapfel Topepo Rosso, gekocht bij Vreeken. Ik moet zeggen het viel niet tegen. Iets later dan gepland kwamen de kleine paprika’s eraan. Tot november heb ik er van geoogst. Komen jaar ga ik paprika’s zaaien met basilicum aan hun zijde. Uit onderzoek is vast komen te staan dat paprikazaden beter kiemen met basilicum als goede buurplant.
Planten kunnen elkaar versterken of beconcurreren. Veel planten zijn goede metgezellen en kunnen elkaar letterlijk helpen bij de groei, de vaststelling van de stikstof, het bestrijden van ziekten of het aantrekken van nuttige organisme als zoals insecten of mycorrhiza.  Veel van onze huidige kennis heeft te maken met onderzoek naar de bekende signalen als chemicaliën, licht en aanraking.




Evolutionair bioloog Monica Gagliano en Michael Renton, professor plantbioloog, van de Universiteit van West Australië (UWA) hebben in een recente studie aangetoond dat planten via alternatieve signalen elkaars aanwezigheid kunnen voelen. Zij hebben de bekende signalen onder en boven de grond geweerd. Hiervoor is een aparte acrylaat cilinder ontworpen.
Eerst heeft men in de aanwezigheid van de Capsicum annuum, Solanaceae, paprika/chiliplant Venkel geplaatst. Van de venkelplant is bekend dat hij een negatieve invloed heeft op de groei van naburige planten, juist om deze reden is venkel als slechte buurplant gekozen. Door dit experiment werd aangetoond dat zaden en zaailingen van chili- paprikaplanten in staat zijn om onderscheid te maken tussen de aanwezigheid van  volwassen soortgenoten en een venkel plant.  In de nabijheid van de venkelplant ontkiemden de zaden zich minder goed en/of ontwikkelde de planten zich minder, zelfs al de bekende signalen werden geweerd.

Vervolgens wilde men zien, door middel van het zelfde experiment, of deze zelfde alternatieve signalen plaats vonden als er een goede buurplant naast de chili- paprikaplant werd geplaatst. Als goede buurplant werd gekozen voor basilicum. Basilicum staat bekend om zijn remmende effect op de ontwikkeling van onkruiden  en vanwege zijn vermogen om de grond vochtig te houden en te fungeren als levende mulch.  Dit experiment toonde aan dat er een positief versterkte zaadkieming plaatsvond door de aanwezigheid van de basilicum, zelfs als de bekende signalen werden geblokkeerd.

Aan de hand van deze experimenten kon men vaststellen dat de planten van elkaars aanwezigheid afweten, zelfs als de bekende signalen afwezig zijn. Verondersteld wordt dat er door de plant op celniveau trillingen afgeeft. Met deze veronderstelling wordt de hypothese, dat er akoestische communicatie tussen planten plaats vindt , steeds meer ondersteund



dinsdag 10 december 2013

Peulvruchten en de Rhizobium bacterie.

Klaverplant met wortel
Stikstof zorgt voor een krachtige groei bij de plant, planten hebben stikstof nodig om plantaardig eiwit te maken. De plant kan zelf geen stikstof uit de lucht opnemen. Hier moet ze bij geholpen worden door micro organisme. Erwten, bonen, linzen en kapucijnen horen tot de familie van de vlinderbloemigen.  Deze plantenfamilie gaat een samenwerkingsverband ( symbiose) aan met bacteriën van het geslacht Rhizobium Deze bacterie is in staat om stikstof uit te lucht te binden en als voedsel beschikbaar te stellen voor de plant, hiervoor krijgt de bacterie in ruil suiker terug. Deze vrij in de grond levende bacterie gat op de wortel van de plant zitten, hij infecteert deze en geeft een signaalstof af, de NOD factor. De plantenwortels herkennen deze signaalstoffen via hun speciale Nod-factor-receptoren. En worden geactiveerd. De wortelhaar rolt zich om de bacterie en via een buis word de bacterie tot de plant toegelaten, waardoor het wortelknolletje ontstaat. De plant bewaakt hierbij de regie.
wortelknolletjes van de Rhizobium bacterie
Door deze samenwerking beschikken planten van de vlinderbloemige familie dus over een extra stikstofbron wat de groei ten goede komt. Het geslacht Rhizobium bestaat uit verschillende soorten van bacteriën. Elk soort kan in principe samenleven met één bepaald soort vlinderbloemige.
Klaver behoort ook tot de familie van de vlinderbloemige. Steeds meer wordt klaver ingezet als bemesting van het land. Dit als alternatief van kunstmest. Geheel nieuw is dit niet.
Tijdens de Franse Revolutie werd Anne Henriette Francoise Michel, Markiezin Marboeuf, ervan beschuldigd dat zij een groot aantal hectare had bebouwd met Luzerne in plaats van met tarwe. Hiermee zou ze voedsel aan het volk hebben onttrokken. Tevens zou ze in afwachting zijn van de komst van de Pruisen en de Oostenrijkers. Ze werd veroordeeld tot de Guillotine en op 5 februari 1974 werd haar straf uitgevoerd. Spijtig genoeg had zij juist de Luzerne bebouwd ter verbetering van de grond.


In de huidige tijd doet een tuinder er verstandig aan om wisselteelt toe te passen. Dit systeem is voortgekomen uit het vroegere drieslagenstelsel. In het vroegere Europa brachten de gronden steeds minder oogst op. Men putte de grond uit door het steeds met de zelfde gewassen te bebouwen. De grond werd eerst bebouwd met zomergraan (gerst of haver), daarna werd het bebouwd met wintergraan ( tarwe of rogge) en het jaar erop liet men het braak liggen. Langzaam aan werd er op dit braak liggende land klaver of luzerne ingezaaid om als veevoer te dienen en het onkruid tegen te gaan. Bovendien bleek  klaver de bodem erg te verrijken.

 We kunnen stellen dat klaver op zijn retour is.  In de afgelopen jaren zijn er diverse onderzoeken geweest, onder andere of klaver als groenbedekking in de boomgaard kan dienen om het onkruid te onderdrukken.

Uit een onderzoek van het Louise Bolk instituut bleek dat de stikstofbinding van klaver nog ver onderschat wordt.

Ken Giller, hoogleraar plantaardige productiesystemen, werkt aan de teelt van peulvruchten in 7 afrikaanse landen. Hij is  leider van het  N2Africa project en houd zich inmiddels al vier jaar hier mee bezig.  Door van de wetenschap gebruik te maken, dat bepaalde Rhizobium bacteriën goed samengaan met bepaalde peulvruchten en dit weer te combineren met grondonderzoek is men in staat om arme boeren in Afrika te helpen om een hogere opbrengst te krijgen zonder kunstmestgebruik.